‘Je kunt niet bedenken wat je leuk vind, je kunt het alleen voelen.’
Beleving is een meer dan essentieel onderdeel bij het ontwikkelen van je passie. Beleven is het heel bewust en pro-actief in de praktijk brengen van je inzichten over je passie. Bij elke beleving en ervaring, geeft je lichaam een signaal af. Is het fijn, of niet? Geeft het energie, of kost het energie om ermee bezig te zijn?
Het werkt in principe hetzelfde als Confucius’ benadering ten aanzien van leren: Dat echt leren alleen plaats vindt door ervaring.
Als je alleen bedenkt wat je leuk vindt, mis je die innerlijke signalen die je passie kunnen bevestigen en verstevigen. Je zult dus in actie moeten komen en dingen gaan doen en opzoeken, om meer zekerheid over je passie te vinden. Pas als je dingen doet of ervaart, kun je toetsen hoe sterk je niveau van passie erbij is.
NB:
Maar dit in actie komen brengt direct voordelen met zich mee. Anders dan bij fitness geldt hier niet ‘No pain, no gain’, maar eerder ‘no joy, no gain’. Met andere woorden: het oefenen levert direct al positieve energie op.
De fundamenten
De belevingsmodule is gestoeld op 3 eenvoudige fundamenten:
- Bewustzijn
- Pro-activiteit
- Reflectie
1) Bewustzijn
Bewustzijn is de basis. Puur een mindset ‘dingetje’. In plaats van dingen onopmerkzaam te doen en mee te maken, is het de bedoeling er net iets meer bewust bij stil te staan. Merk op, wat je ervan vindt, of beter gezegd; hoe het voelt. Fijn of niet fijn? Plus of min? Niks meer en niks minder. Dit werkt op ‘grote’ en ‘kleine’ schaal.
Van onderweg naar huis opmerken dat die fietsroute door het park fijner is dan langs die drukke weg, tot het opmerken dat je meer energie krijgt van het bedankje van je junior collega voor jouw hulp dan van het oplossen van de obstakels in een complex werkproces.
2) Pro-activiteit
Pro-activiteit behelst niets meer dan net even wat vaker datgene opzoeken wat in de lijn van je mogelijke passie ligt. In plaats van het passief ondergaan van wat er vanzelf op je af komt, af en toe ook een pro-actief stapje zetten in de richting van datgene waarvan je denkt dat je dat leuk, of fijn vindt.
Dus bewust kiezen voor die iets langere route door het park in plaats van langs de drukke weg. En daarnaast het bewust opzoeken van je andere junior collega voor een praatje en hem/haar vervolgens ook helpen met een vraagstuk waar hij/zij tegenaan loopt.
3) Reflectie
Na de beleving is het van belang even stil te staan bij wat het deed met je. En om dat te vergelijken met andere belevingen. Beleven; was het fijn? Reflecteren; was het fijner dan X of Y?
Dus bij thuiskomst bewust laten landen van de ervaring van de rit door het park. Hoe goed voelde het? Een beetje maar, of eigenlijk meer dan je had verwacht, zodat je voortaan altijd die langere route wilt nemen.
Het zelfde geldt voor de junior collega; voelde het helpen weer net zo goed als bij de andere junior? Als er een verschil is, wat maakte dan dat verschil? Hoe zien dan de meest ideale voorwaarden eruit, waaronder jij graag iemand helpt en het jou het beste gevoel geeft?
What get scheduled, gets done
De belangrijkste succesfactor hierbij is om deze acties vooraf in te plannen. In de waan van de meeste dagen is dit iets wat nooit bovenaan het ‘urgent’ lijstje zal staan, waardoor het dus vaak onderaan de takenlijst blijft bungelen.
Door het vooraf snel en simpel in te bouwen in je dagprogramma, is het veel makkelijker om vast te houden tussen alle andere prioriteiten door.
Meer dan de helft van het werk zit hierin. En in een paar minuten sta je op scherp voor de volgende dag.
Voorbereiding |
Uit de actieve schrijfopdrachten distilleer je één ’trigger’ naar een specifieke drijfveer die je de dag erna in de praktijk gaat brengen. |
De dagen erop kies je steeds weer een andere trigger, waar je dan actief en bewust mee aan de slag gaat |
Elke avond voorafgaand aan het beleven; |
* kies je de trigger. |
* creëer je 3 momenten obv je agenda van die dag waarop je de trigger bewust kan toepassen, beleven |
* bepaal je een klein concreet doel, om de trigger actief te ontwikkelen |
* plaats je reminders (met alarm) in je agenda, of telefoon (per uur) om de trigger actief in je bewustzijn te houden |
Uitvoering |
Op de belevingsdag; |
* internaliseer je de trigger (per uur obv je alarm) |
* beleef je de 3 momenten heel bewust (hoe ‘smaakt’ het?) |
* Voer je 1 bewuste ontwikkelingsactie uit |
Evaluatie |
Aan het eind van de belevingsdag; |
* reflecteer je op de 3 belevinsgmomenten |
* bevestig je of je de ontwikkelactie hebt uitgevoerd en het effect |
* Kies je of je trigger is gegroeid, of niet (smaakte het beter dan verwacht?) |
* bepaal je of de trigger van plek zou moeten wisselen in de onderlinge rangorde |
NB:
Trigger: ‘Iets’ dat jouw passie beleving ’triggert’. Een toegangspoort naar één van jouw intrinsieke motivatiebronnen, of drijfveren.
Comments are closed.